19 december 2007
Stad van grijs en grauw
Het witte servetje valt uit zijn hand. Hij bukt niet om het op te pakken, maar loopt gewoon door. Daar ligt het dan, stil. Maar niet lang. Het servetje glijdt over het grijze plein. De gure, koude wind neemt het mee, het grote plein over. Het plein wordt omringd door grote grijze blokken. Een grijze bioscoop, een grijze schouwburg. Door de opgekomen maan lijkt alles nog wat grauwer. Het servetje ligt weer even stil, de wind houdt zijn pauze. Dan schuift het servetje verder, steeds verder over dat plein, om uiteindelijk uit mijn zicht te verdwijnen.
Alles lijkt hier in de jaren ‘80 of ‘90 opnieuw gebouwd. Het is nieuw, maar toch ook alweer oud en vies. En lelijk. Niet alleen het grote plein en de rivier, ook dit zwembad. Een ‘subtropisch zwemparadijs’, waar je eigenlijk in hartje winter helemaal niet in thuishoort. Maar goed, we gingen toch. De grote, halfwitte balken met daartussen overal ramen. Als je omhoog keek, kon je zo de hemel zien. Op sommige plekken niet, want daar hadden zich geloof ik groene en bruine algen gevestigd. De half afgebladderde verf werd ook gewoon nooit bijgewerkt. Ik nam me maar voor niet te veel naar boven te kijken. Aks je dat niet deed, was het best mooi. Het water was helder blauw, er waren overal echte bomen en met die geweldige jongen naast me, voelde het steeds meer als een werkelijk paradijs. Alhoewel, steeds kopje onder geduwd worden is ook niet altijd leuk. Maar goed, het was heerlijk. Glijbanen, stroomversnelling, wildwaterbaan, golfslagbad, zalig. Om een uurtje of zes was ik wel echt moe. We besloten een restaurant op te zoeken.
Wat zijn wij eigenlijk kieskeurig. We willen iets romantisch, niet te duur, leuke omgeving. Maar dat is moeilijk te vinden in deze stad van grote blokgebouwen en weinig romantiek. Tenminste, dat is onze conclusie nadat we lange tijd in de ijzige kou op zoek waren gegaan. Uiteindelijk belandden bij de Griek, en het was zalig, subliem, ultiem. Maar dat mocht ook wel voor die prijs. Als ik tijdens het eten na zit te denken over de dag, zie ik een servetje vallen. Er loopt een man naast, die gewoon doorloopt. Het servetje verdwijnt op het grote, grijzige plein. Typisch, Rotterdam.